Rondje Zandvoort:
Filmpje
(let goed op stuurbewegingen van de rijder die op de limiet 'stoeit' met de auto)
Secties
Zandvoort hak op in een aantal secties, zodat het makkelijker wordt om ze te leren:
Sectie: Tarzan – Gerlach – Hugenholtz
Sectie: Slotemaker – Scheivlak
Sectie: Masters – Renault – Vodafone
Sectie: Audi S
Sectie: Kumho – Luyendijk/Bos Uit
Tijdens een trackday of race merk je dat je ‘ritme’ heel belangrijk is in deze secties. Als je 1 foutje maakt in 1 deel van een bocht uit de sectie, dan loopt de hele sectie niet lekker.
Tarzan
Aan het einde van het rechte stuk is de uitgang van de pitstraat. Direct erna volgt een bocht naar rechts. De Tarzan bocht. Dit is een soort kombocht. Als je in het paddock staat moet je maar eens omhoog kijken naar de Tarzan. Er zit heel veel camber in. Dit heeft als voordeel dat je auto veel meer grip heeft dan je zou verwachten, je kunt de Tarzan dus harder insturen dan in een vergelijkbare bocht zonder camber. Ook kun je mooi verschillende lijnen rijden als het druk is. Met veel vermogen op de achterwielen, zeker bij natte omstandigheden, is het altijd belangrijk om rekening te houden bij het uitkomen van de Tarzan. Daar ga je van veel camber naar een rechte weg en dat zorgt voor onbalans, in dit geval: overstuur. Veel beginners vliegen daar de vangrails in, omdat ze de auto niet goed kunnen corrigeren.
Gerlach
Na de Tarzan zit je aan de linker kant van de baan als het goed. De volgende knik is echter op hoge snelheid linksaf en daar moet je even remmen voor een knik rechts. Mijn advies is om in het begin te short shiften (vroeg opschakelen) en niet teveel snelheid maken. Dit stuk heet de Gerlach en je zult niet de eerste rijder zijn die hier een auto afschrijft, want zelfs ervaren rijders worden nogal eens verrast hier. De balans in je auto, valt of staat hoe je dit stuk aan komt snijden. Hoe harder je gaat, hoe wilder, hoe meer kans op onbalans en hoe groter de kans op een klapper. Begin daarom na de Tarzan iets in het midden van de baan, om van daaruit de linker knik aan te snijden. Zo kun je rechtuit remmen en heb je geen onbalans. Na het remmen stuur je in en kun je als iets meer ervaren rijder nog even op het gas, maar als beginner liever niet. Want je gaat vanaf daar downhill en vanaf de rechter knik in de Gerlach is de kans op onbalans erg groot. Let ook op curbstones, deze kun je maar beter niet raken.
Hugenholtz
Je gaat vanuit de Gerlach downhill naar de Hugenholtz. De muren staan hier heel dichtbij de baan. Je moet de Hugenholtz vanaf rechts insturen, dus na de Gerlach dien je over te steken. Dit houdt ook in dat je op een heel erg technisch deel van de baan (hoogte verschil, veel kans op onbalans) langer moet sturen dan je denkt, soms tijdens het aanremmen. Veel mensen gaan hier in de fout door te hard te gaan, niet op tijd klaar te zijn voor heftige aanrem uitbreek acties en die gaan onherroepelijk in de muur. Doe hier dus alsjeblieft rustig.
Als je de Hugenholtz instuur, doe je dat het liefst zo laat, dat je een late apex kunt pakken. Als je dat doet, kom je mooi en soepel uit de bocht, wat nodig is om vaart te maken omdat het direct omhoog gaat.
Hunserug
Vanaf de Hunserug kun je een heel stuk volgas rijden over de Hunserug, richting de Rob Slotemaker Bocht. Ik rijd hier zelf het hele stuk volgas tot ik bovenaan voor het Scheivlak ben.
Slotemaker
Als je ook volgas wilt proberen te rijden, is het in het begin verstandig om te shortshiften. Ik vind het zelf niet slim om daar in die bochten van je gas te gaan, met het gas erop heb je in mijn ogen meer controle door de links rechts combinatie die de glooiende duinen op draaien. Bovenaan de Slotemaker zit ik links, maar de baan is hobbelig voor het insturen van het Scheivlak. Ook wordt je auto erg licht precies op het rempunt en vaak ben je net niet helemaal klaar met de auto 'recht' zetten. Zelf kom ik met sommige auto's dus al remmend en corrigerend over die bult. Heel simpel, als je remt op het hoge punt van de Slotemaker, dan breekt je auto uit. De één wat heftiger dan de ander.
Wil je dat uitbreken voorkomen, dan moet je bij het omhooggaan een lijn kiezen zodat je voor het einde van de bult je auto rechtuit naar links laat lopen, waardoor er zo min mogelijk beweging in komt. Je remt dan in 2 keer. Eerste deel rustig gaslos in rechte lijn, even sturen en vanaf bovenop de bult rechtuit remmen. Zelf vind ik dat te langzaam gaan, maar daarom is het wel aan te raden voor beginners.
Nogmaals, echt goede rijders (in niet al te snelle auto's, of juist met heel veel downforce) die liften hooguit voor het insturen Scheivlak.
Scheivlak
Je remzone gaat ook weer iets downhill, en het Scheivlak is blind, doordat er aan de binnenzijde een hoge duin ligt. Je instuurpunt is dus lastig te bepalen. Stuur je te vroeg in, dan eindig je denk ik in de grindbak. De kunst is dus om relatief laat in te sturen, voldoende te remmen (of gas los te laten). Ervaren rijders zullen het Scheivlak te nemen zonder te remmen, zeker in langzame auto’s.
Masters
De hele bocht gaat naar beneden en eindigt in een knikje links. Ik zorg altijd dat ik net voor het knikje iets naar het midden toe zit, zodat ik naar links kan sturen op het knikje en dan rechtuit kan remmen voor de bocht naar rechts. Dat noemen ze de Masters bocht (vroegere Marlboro). Aan de binnenkant ligt een grote curbstone waar je volgas overheen kunt nadat je je rempunt verlaat en instuurt. Mik vroeg op die curb en laat je auto vervolgens helemaal naar links uitsturen.
Renault
Daarna rem je voor de Renault die ook naar rechts gaat. Dit is een belangrijk punt, want na de Renault komt de Vodafone bocht naar links en die wordt gevolgd door een recht stuk. Het is dus belangrijk om de Vodafone bocht zo hard mogelijk uit te komen. Want je wilt zo hard mogelijk over dat rechte stuk. De Renault is heel breed, daarom zie je hier ook veel rare lijnen en vreemde crashes. Ik heb weleens een auto geramd zien worden van opzij die al na zijn ‘apex’ was door iemand die nog moest insturen. Maar goed, het is belangrijk om de hele breedte van de baan te gebruiken en vooral goed te kijken waar je heen wilt. Bedenk goed dat de Renault meer dan 90 graden is en je dus een relatief late apex hebt. Alleen is de binnenkant van de bocht maar een heel klein puntje die je raakt. Je kunt de auto meteen erna heel ver naar buiten laten lopen om vervolgens terug over te steken naar rechts. Je zet de auto klaar voor het insturen van de Vodafone die naar links draait.
Vodafone
De Vodafone draait verder naar links dan je denkt en de radius is vrij goed. Het is dus een lange doordraaier. Daarom stuur je vrij laat in en kies je een late apex, zodat je bij het uitkomen aan de rechterkant van de baan volgas over de curbstones kunt zonder dat je nog hoeft te corrigeren met je gaspedaal. Je wilt tenslotte zo hard mogelijk over dit rechte stuk, op naar de Audi-S.
Bedenk goed dat de combinatie van Masters, Renault en Vodafone een combinatie is van bochten waar je relatief veel ruimte hebt en waar je de auto dus lekker over de hele breedte van de baan kunt laten ‘rollen’. Er zit vrijwel geen camber in deze 3 bochten. Het zal aanvoelen alsof je auto wat minder grip heeft hier dan in de Tarzan of Hugenholtz. In mijn ogen is de Renault bocht er eentje die je op offert, ware het niet, dat je door de breedte nog veel kunt winnen, zeker tijdens inhaalacties. Let in dit hele stuk goed op je eigen positie op de baan en laat je inhalen als je twijfelt aan de mensen achter je. Daar waar jij te vroeg instuurt, kunnen zij weleens van je schrikken. Het is essentieel om een balans te vinden, waarmee je en op hoge snelheid begint in de Masters en waarmee je ook weer met hoge snelheid uit de Vodafone weg accelereert naar de Audi-S.
Audi-S
Voor de Audi S zit een knikje links en gaat het rempunt downhill. De eerste rechter bocht van de Audi S is een snelle waar je als het ware in valt. Ik rem deze bocht zelf in (Trailbraken), maar ben me dan erg bewust dat de auto uit kan breken omdat hij downhill erg licht wordt op de achterwielen. Er ligt een hele heftige ‘curbstone’ aan de binnenkant. Als je van je auto houdt, dan maak je de apex gewoon op het asfalt, wil je snelle rondetijden, dan stuur je vol over die curb, en houd daarbij zoveel mogelijk rechts, om je auto snel te zetten, met nog even een tikkie gas, om linksaf in te remmen en sturen in de linker bocht van de Audi S. Deze bocht gaat precies 180 graden en dus begin je zover mogelijk buiten, pak je de apex na het midden en stuur je uit naar de curbs aan de rechter kant. Er is veel ruimte, alleen kan het er erg glad zijn, zeker bij regenval. Het type ondergrond verandert namelijk. Pas goed op, want iedere achterwielaandrijver breekt er makkelijk uit bij het uitaccelereren. Steek daarna op het rechte stuk over naar de linker kant.
Kumho
De Kumho is een snelle rechter knik, net voor het Bos Uit. Het is één van de belangrijkste bochten van het circuit en wordt daarom weleens onderschat, omdat hij niet echt moeilijk is. Maar in de Kuhmo bouw je de snelheid op voor het rechte stuk. Je stuurt in na je rempunt aan de linker kant. Je kunt je auto relatief vroeg insturen naar de apex en de auto helemaal naar links laten uitrollen. Maak bij het uitaccelereren zoveel mogelijk vaart naar Bos Uit. Je kunt er bijna één bocht van maken. Blijf links met een hele lichte stuurstand naar rechts. Zo rol je op hoge snelheid Bos Uit in.
Arie Luyendijk (Bos Uit)
Bos Uit is de de laatste bocht van het circuit, hierna komt het rechte end (en de pits). Je neemt vanuit de Kuhmo zoveel mogelijk vaart mee en remt niet meer (echt snelle auto’s moeten misschien liften, maar dan zou ik adviseren om eerder op te schakelen, zeker als je veel koppel hebt). Wat je moet proberen is om je stuur in één stand te houden. Het is een snelle bocht, die voor je gevoel net iets langer doordraait dan je zou verwachten. Ook is de bocht blind door een duin aan de binnenkant. Bij het uitkomen van de bocht word je auto naar de linker kant ‘geduwd’ door de g-krachten. Op het uitstuurpunt ligt nog een curbstone, maar deze is weinig subtiel. Blijf liever binnen de lijntjes. Je wilt hier niet naast de baan komen. Als het nat is, gaat je auto door het klimmen in toeren ook vrij snel uitbreken op vermogen. Je wilt zo hard mogelijk het rechte stuk op, dus maak vanaf de apex je lijn zo recht mogelijk. Daar maak je tijdwinst en kun je veel andere auto’s inhalen (of voorbij laten als je langzaam bent).
Pit
Bij het uitkomen van de Arie Luyendijk/Bos Uit ligt de pitstraat aan de rechter kant. Blijf vanuit de Kuhmo al zoveel mogelijk met gematigde snelheid rechts rijden. Voor je de pits in gaat is het ook handig om je motor en remmen al iets te laten afkoelen. De ingang van de pitstraat is erg smal en bochtig met de muren dicht langs de 1 auto brede baan. De snelheid is met 50/60 km/u erg laag. Daar moet je aan wennen, dus ga op tijd van je gas af. Probeer vanaf dat punt niet of nauwelijks meer te remmen, hooguit om je auto stil te zetten. Laat de remmen direct los als je helemaal stil staat en zet je auto op de handrem, of de motor uit en in de versnelling. Zo trekken je remmen niet zo snel krom.
Het belangrijkste op Zandvoort is om de balans te vinden in een aantal secties. Leer desnoods 1 sectie per ronde/sessie en doe de rest rustiger aan als je nog niet volledig weet hoe je netjes op de limiet kunt rijden. Ik zie de Tarzan als één bocht, maar die je meteen combineert met de sectie Gerlach-Hugenholtz. De Slotemaker-Scheivlak combinatie is erg spannend vanwege de snelheid en het moeilijk aanrempunt op het hoogste punt van de baan, die ook nog in een bocht ligt. Bedenk goed waar je jezelf positioneert op de baan en blijf vooral zover mogelijk kijken. Hetzelfde geldt voor de sectie Master-Renault-Vodafone. Als je zo’n sectie doorhebt, wordt het veel makkelijker om op het rechte stuk erna je focus te leggen op de rechts-links combinatie van de Audi-S. En daarna op de sectie Kumho-Bos Uit.
Leer de baan bocht voor bocht, ronde na ronde en hak het op in secties. Dit verhoogt je leercurve aanzienlijk.
Zandvoort is een vrij technische baan, zeker door de weersinvloeden, de camber bochten, de hoogteverschillen door de duinen en de algehele layout. Niet voor niets blijft het een circuit wat voor velen nooit gaat vervelen. Maak tijdens een trackday kleine leerstapjes per ronde en aan het eind van de dag zul je er meer van geleerd hebben dan wanneer je alles in één keer probeert. Heb respect voor elkaar op de baan en zie het als een leuke en leerzame dag. Wellicht raak je enthousiast en wil je er gaan racen. Racecursussen en raceklassen genoeg. Zandvoort is er voor iedereen.

Filmpje
(let goed op stuurbewegingen van de rijder die op de limiet 'stoeit' met de auto)
Secties
Zandvoort hak op in een aantal secties, zodat het makkelijker wordt om ze te leren:
Sectie: Tarzan – Gerlach – Hugenholtz
Sectie: Slotemaker – Scheivlak
Sectie: Masters – Renault – Vodafone
Sectie: Audi S
Sectie: Kumho – Luyendijk/Bos Uit
Tijdens een trackday of race merk je dat je ‘ritme’ heel belangrijk is in deze secties. Als je 1 foutje maakt in 1 deel van een bocht uit de sectie, dan loopt de hele sectie niet lekker.
Tarzan
Aan het einde van het rechte stuk is de uitgang van de pitstraat. Direct erna volgt een bocht naar rechts. De Tarzan bocht. Dit is een soort kombocht. Als je in het paddock staat moet je maar eens omhoog kijken naar de Tarzan. Er zit heel veel camber in. Dit heeft als voordeel dat je auto veel meer grip heeft dan je zou verwachten, je kunt de Tarzan dus harder insturen dan in een vergelijkbare bocht zonder camber. Ook kun je mooi verschillende lijnen rijden als het druk is. Met veel vermogen op de achterwielen, zeker bij natte omstandigheden, is het altijd belangrijk om rekening te houden bij het uitkomen van de Tarzan. Daar ga je van veel camber naar een rechte weg en dat zorgt voor onbalans, in dit geval: overstuur. Veel beginners vliegen daar de vangrails in, omdat ze de auto niet goed kunnen corrigeren.
Gerlach
Na de Tarzan zit je aan de linker kant van de baan als het goed. De volgende knik is echter op hoge snelheid linksaf en daar moet je even remmen voor een knik rechts. Mijn advies is om in het begin te short shiften (vroeg opschakelen) en niet teveel snelheid maken. Dit stuk heet de Gerlach en je zult niet de eerste rijder zijn die hier een auto afschrijft, want zelfs ervaren rijders worden nogal eens verrast hier. De balans in je auto, valt of staat hoe je dit stuk aan komt snijden. Hoe harder je gaat, hoe wilder, hoe meer kans op onbalans en hoe groter de kans op een klapper. Begin daarom na de Tarzan iets in het midden van de baan, om van daaruit de linker knik aan te snijden. Zo kun je rechtuit remmen en heb je geen onbalans. Na het remmen stuur je in en kun je als iets meer ervaren rijder nog even op het gas, maar als beginner liever niet. Want je gaat vanaf daar downhill en vanaf de rechter knik in de Gerlach is de kans op onbalans erg groot. Let ook op curbstones, deze kun je maar beter niet raken.
Hugenholtz
Je gaat vanuit de Gerlach downhill naar de Hugenholtz. De muren staan hier heel dichtbij de baan. Je moet de Hugenholtz vanaf rechts insturen, dus na de Gerlach dien je over te steken. Dit houdt ook in dat je op een heel erg technisch deel van de baan (hoogte verschil, veel kans op onbalans) langer moet sturen dan je denkt, soms tijdens het aanremmen. Veel mensen gaan hier in de fout door te hard te gaan, niet op tijd klaar te zijn voor heftige aanrem uitbreek acties en die gaan onherroepelijk in de muur. Doe hier dus alsjeblieft rustig.
Als je de Hugenholtz instuur, doe je dat het liefst zo laat, dat je een late apex kunt pakken. Als je dat doet, kom je mooi en soepel uit de bocht, wat nodig is om vaart te maken omdat het direct omhoog gaat.
Hunserug
Vanaf de Hunserug kun je een heel stuk volgas rijden over de Hunserug, richting de Rob Slotemaker Bocht. Ik rijd hier zelf het hele stuk volgas tot ik bovenaan voor het Scheivlak ben.
Slotemaker
Als je ook volgas wilt proberen te rijden, is het in het begin verstandig om te shortshiften. Ik vind het zelf niet slim om daar in die bochten van je gas te gaan, met het gas erop heb je in mijn ogen meer controle door de links rechts combinatie die de glooiende duinen op draaien. Bovenaan de Slotemaker zit ik links, maar de baan is hobbelig voor het insturen van het Scheivlak. Ook wordt je auto erg licht precies op het rempunt en vaak ben je net niet helemaal klaar met de auto 'recht' zetten. Zelf kom ik met sommige auto's dus al remmend en corrigerend over die bult. Heel simpel, als je remt op het hoge punt van de Slotemaker, dan breekt je auto uit. De één wat heftiger dan de ander.
Wil je dat uitbreken voorkomen, dan moet je bij het omhooggaan een lijn kiezen zodat je voor het einde van de bult je auto rechtuit naar links laat lopen, waardoor er zo min mogelijk beweging in komt. Je remt dan in 2 keer. Eerste deel rustig gaslos in rechte lijn, even sturen en vanaf bovenop de bult rechtuit remmen. Zelf vind ik dat te langzaam gaan, maar daarom is het wel aan te raden voor beginners.
Nogmaals, echt goede rijders (in niet al te snelle auto's, of juist met heel veel downforce) die liften hooguit voor het insturen Scheivlak.
Scheivlak
Je remzone gaat ook weer iets downhill, en het Scheivlak is blind, doordat er aan de binnenzijde een hoge duin ligt. Je instuurpunt is dus lastig te bepalen. Stuur je te vroeg in, dan eindig je denk ik in de grindbak. De kunst is dus om relatief laat in te sturen, voldoende te remmen (of gas los te laten). Ervaren rijders zullen het Scheivlak te nemen zonder te remmen, zeker in langzame auto’s.
Masters
De hele bocht gaat naar beneden en eindigt in een knikje links. Ik zorg altijd dat ik net voor het knikje iets naar het midden toe zit, zodat ik naar links kan sturen op het knikje en dan rechtuit kan remmen voor de bocht naar rechts. Dat noemen ze de Masters bocht (vroegere Marlboro). Aan de binnenkant ligt een grote curbstone waar je volgas overheen kunt nadat je je rempunt verlaat en instuurt. Mik vroeg op die curb en laat je auto vervolgens helemaal naar links uitsturen.
Renault
Daarna rem je voor de Renault die ook naar rechts gaat. Dit is een belangrijk punt, want na de Renault komt de Vodafone bocht naar links en die wordt gevolgd door een recht stuk. Het is dus belangrijk om de Vodafone bocht zo hard mogelijk uit te komen. Want je wilt zo hard mogelijk over dat rechte stuk. De Renault is heel breed, daarom zie je hier ook veel rare lijnen en vreemde crashes. Ik heb weleens een auto geramd zien worden van opzij die al na zijn ‘apex’ was door iemand die nog moest insturen. Maar goed, het is belangrijk om de hele breedte van de baan te gebruiken en vooral goed te kijken waar je heen wilt. Bedenk goed dat de Renault meer dan 90 graden is en je dus een relatief late apex hebt. Alleen is de binnenkant van de bocht maar een heel klein puntje die je raakt. Je kunt de auto meteen erna heel ver naar buiten laten lopen om vervolgens terug over te steken naar rechts. Je zet de auto klaar voor het insturen van de Vodafone die naar links draait.
Vodafone
De Vodafone draait verder naar links dan je denkt en de radius is vrij goed. Het is dus een lange doordraaier. Daarom stuur je vrij laat in en kies je een late apex, zodat je bij het uitkomen aan de rechterkant van de baan volgas over de curbstones kunt zonder dat je nog hoeft te corrigeren met je gaspedaal. Je wilt tenslotte zo hard mogelijk over dit rechte stuk, op naar de Audi-S.
Bedenk goed dat de combinatie van Masters, Renault en Vodafone een combinatie is van bochten waar je relatief veel ruimte hebt en waar je de auto dus lekker over de hele breedte van de baan kunt laten ‘rollen’. Er zit vrijwel geen camber in deze 3 bochten. Het zal aanvoelen alsof je auto wat minder grip heeft hier dan in de Tarzan of Hugenholtz. In mijn ogen is de Renault bocht er eentje die je op offert, ware het niet, dat je door de breedte nog veel kunt winnen, zeker tijdens inhaalacties. Let in dit hele stuk goed op je eigen positie op de baan en laat je inhalen als je twijfelt aan de mensen achter je. Daar waar jij te vroeg instuurt, kunnen zij weleens van je schrikken. Het is essentieel om een balans te vinden, waarmee je en op hoge snelheid begint in de Masters en waarmee je ook weer met hoge snelheid uit de Vodafone weg accelereert naar de Audi-S.
Audi-S
Voor de Audi S zit een knikje links en gaat het rempunt downhill. De eerste rechter bocht van de Audi S is een snelle waar je als het ware in valt. Ik rem deze bocht zelf in (Trailbraken), maar ben me dan erg bewust dat de auto uit kan breken omdat hij downhill erg licht wordt op de achterwielen. Er ligt een hele heftige ‘curbstone’ aan de binnenkant. Als je van je auto houdt, dan maak je de apex gewoon op het asfalt, wil je snelle rondetijden, dan stuur je vol over die curb, en houd daarbij zoveel mogelijk rechts, om je auto snel te zetten, met nog even een tikkie gas, om linksaf in te remmen en sturen in de linker bocht van de Audi S. Deze bocht gaat precies 180 graden en dus begin je zover mogelijk buiten, pak je de apex na het midden en stuur je uit naar de curbs aan de rechter kant. Er is veel ruimte, alleen kan het er erg glad zijn, zeker bij regenval. Het type ondergrond verandert namelijk. Pas goed op, want iedere achterwielaandrijver breekt er makkelijk uit bij het uitaccelereren. Steek daarna op het rechte stuk over naar de linker kant.
Kumho
De Kumho is een snelle rechter knik, net voor het Bos Uit. Het is één van de belangrijkste bochten van het circuit en wordt daarom weleens onderschat, omdat hij niet echt moeilijk is. Maar in de Kuhmo bouw je de snelheid op voor het rechte stuk. Je stuurt in na je rempunt aan de linker kant. Je kunt je auto relatief vroeg insturen naar de apex en de auto helemaal naar links laten uitrollen. Maak bij het uitaccelereren zoveel mogelijk vaart naar Bos Uit. Je kunt er bijna één bocht van maken. Blijf links met een hele lichte stuurstand naar rechts. Zo rol je op hoge snelheid Bos Uit in.
Arie Luyendijk (Bos Uit)
Bos Uit is de de laatste bocht van het circuit, hierna komt het rechte end (en de pits). Je neemt vanuit de Kuhmo zoveel mogelijk vaart mee en remt niet meer (echt snelle auto’s moeten misschien liften, maar dan zou ik adviseren om eerder op te schakelen, zeker als je veel koppel hebt). Wat je moet proberen is om je stuur in één stand te houden. Het is een snelle bocht, die voor je gevoel net iets langer doordraait dan je zou verwachten. Ook is de bocht blind door een duin aan de binnenkant. Bij het uitkomen van de bocht word je auto naar de linker kant ‘geduwd’ door de g-krachten. Op het uitstuurpunt ligt nog een curbstone, maar deze is weinig subtiel. Blijf liever binnen de lijntjes. Je wilt hier niet naast de baan komen. Als het nat is, gaat je auto door het klimmen in toeren ook vrij snel uitbreken op vermogen. Je wilt zo hard mogelijk het rechte stuk op, dus maak vanaf de apex je lijn zo recht mogelijk. Daar maak je tijdwinst en kun je veel andere auto’s inhalen (of voorbij laten als je langzaam bent).
Pit
Bij het uitkomen van de Arie Luyendijk/Bos Uit ligt de pitstraat aan de rechter kant. Blijf vanuit de Kuhmo al zoveel mogelijk met gematigde snelheid rechts rijden. Voor je de pits in gaat is het ook handig om je motor en remmen al iets te laten afkoelen. De ingang van de pitstraat is erg smal en bochtig met de muren dicht langs de 1 auto brede baan. De snelheid is met 50/60 km/u erg laag. Daar moet je aan wennen, dus ga op tijd van je gas af. Probeer vanaf dat punt niet of nauwelijks meer te remmen, hooguit om je auto stil te zetten. Laat de remmen direct los als je helemaal stil staat en zet je auto op de handrem, of de motor uit en in de versnelling. Zo trekken je remmen niet zo snel krom.
Het belangrijkste op Zandvoort is om de balans te vinden in een aantal secties. Leer desnoods 1 sectie per ronde/sessie en doe de rest rustiger aan als je nog niet volledig weet hoe je netjes op de limiet kunt rijden. Ik zie de Tarzan als één bocht, maar die je meteen combineert met de sectie Gerlach-Hugenholtz. De Slotemaker-Scheivlak combinatie is erg spannend vanwege de snelheid en het moeilijk aanrempunt op het hoogste punt van de baan, die ook nog in een bocht ligt. Bedenk goed waar je jezelf positioneert op de baan en blijf vooral zover mogelijk kijken. Hetzelfde geldt voor de sectie Master-Renault-Vodafone. Als je zo’n sectie doorhebt, wordt het veel makkelijker om op het rechte stuk erna je focus te leggen op de rechts-links combinatie van de Audi-S. En daarna op de sectie Kumho-Bos Uit.
Leer de baan bocht voor bocht, ronde na ronde en hak het op in secties. Dit verhoogt je leercurve aanzienlijk.
Zandvoort is een vrij technische baan, zeker door de weersinvloeden, de camber bochten, de hoogteverschillen door de duinen en de algehele layout. Niet voor niets blijft het een circuit wat voor velen nooit gaat vervelen. Maak tijdens een trackday kleine leerstapjes per ronde en aan het eind van de dag zul je er meer van geleerd hebben dan wanneer je alles in één keer probeert. Heb respect voor elkaar op de baan en zie het als een leuke en leerzame dag. Wellicht raak je enthousiast en wil je er gaan racen. Racecursussen en raceklassen genoeg. Zandvoort is er voor iedereen.
Comment